Pinksteren

Openingslied Zomaar een dak GvL 568


Zomaar een dak boven wat hoofden
deur die naar stilte openstaat
Muren van huid, ramen als ogen
speurend naar hoop en dageraad
Huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnengaan
om recht voor God te staan

Woorden van ver, vallende sterren,
vonken verleden hier gezaaid.
namen voor Hem, dromen, signalen
diep uit de wereld aangewaaid
Monden van aarde, horen en zien,
onthouden, spreken voort
Gods vrij en lichtend woord

Tafel van Eén, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten nieuw geheim
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis

Gedicht Ik geef je mijn Geest (Ronald Lammers)
Ik geef je Mijn vrede. Ik reik jou Mijn hand.
Ik geef je Mijn sterkte. Door Mij houd je stand.
Ik geef je genade, een teken van trouw.
Ik ben als een Vader. Ik ben er voor jou.

Ik geef je Mijn Blijdschap. Ik geef je Mijn kracht.
Ik geef je Mijn uitzicht, het licht in de nacht.
Ik geef je Mijn warmte, een vuur in de kou.
Ik geef je Mijn liefde. Ik ben er voor jou.

Ik geef je Mijn toekomst. Ik geef je Mijn troost.
Want ik zal beschermen wat zwak is en broos.
Ik geef je Mijn stilte die nimmer benauwt.
In Mij mag je rusten. Ik ben er voor jou.

Ik geef je Mijn vriendschap. Een arm om je heen.
Ik geef je Mijn Woord. Je bent nooit meer alleen.
Ik geef je Mijn leven, omdat Ik van je hou.
Ik geef je Mijn Geest, want ik ben er voor jou.

Al je vragen en zorgen vinden rust in Mij.
Dus wees maar geborgen, Ik sta aan je zij.
‘k Heb alles gegeven, wat jij niet verdient.
Ik wil in jou leven, want ik ben jouw Vriend.

Lezing uit de Handelingen van de apostelen 2,1-11

Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één
plaats bijeen.
Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een
hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar zij
waren. Er verschenen hun vurige tongen, die zich
verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten.
Zij raakten allen vol van heilige Geest en begonnen te
spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun ingaf.
Nu woonden er in Jeruzalem vrome Joden, afkomstig uit
ieder volk onder de hemel. Toen dat geluid opkwam, liep de
menigte te hoop en raakte in verwarring, omdat iedereen hen
in zijn eigen taal hoorde spreken.
Ze stonden versteld en vroegen zich verwonderd af:
‘Maar dat zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken! Hoe
is het dan mogelijk dat ieder van ons de taal van zijn
geboortestreek hoort?
Parten en Meden en Elamieten, en bewoners van
Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asia, Frygië
en Pamfylië, Egypte en het Libische gebied bij Cyrene, en
hier woonachtige Romeinen, Joden en proselieten, Kretenzen
en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken over
de grote daden van God.’
Tot zover deze lezing – wij danken God

Overweging
U kent allemaal wel het verhaal van de toren van Babel, uit
het oude Testament. Volgens dat verhaal spraken toentertijd
alle mensen nog een en dezelfde taal.
Maar de mensen wilden een toren bouwen die tot aan de
hemel reikte, om zo hun macht te tonen, een macht gelijk
aan God.
En volgens dat verhaal strafte God hen met een enorme
spraakverwarring: ze spraken opeens vele verschillende talen
en ze konden dus elkaar niet meer verstaan.
Dit verhaal is symbolisch voor machtszucht en hebzucht van
mensen, voor menselijke verwaandheid die maakt dat ze
elkaar niet meer verstaan. En torens en torentjes van Babel
worden ook nu nog elke dag gebouwd.

In de lezing van dit Pinksterfeest gebeurt precies het
tegenovergestelde. Als de apostelen de straat op gaan om
Jezus’ boodschap te verkondigen, dan blijkt iedereen hen te
verstaan, waar hij ook vandaan komt en welke taal hij ook
spreekt.
Babel is het verhaal van “ikke en de rest kan stikke”. Jezus
brengt een boodschap van trouw en dienende liefde,
“niemand heeft groter liefde dan hij die zijn leven geeft voor
zijn vrienden”.
Babel, ook het Babel van vandaag, verwijdert mensen van
elkaar, het moeten presteren vervreemdt mensen van elkaar;
rivaliteit maakt van vrienden tegenstanders en zelfs vijanden.
Daarentegen brengt Jezus mensen naar elkaar toe, laat ze
openstaan voor elkaar: liefde maakt mensen tot vrienden. In
het Babel verstaan mensen elkaar niet, ook al spreken zij
dezelfde taal.

Waar Jezus’ boodschap uitgedragen en beleefd wordt, daar
wordt die boodschap wel verstaan, ook al spreken de mensen
verschillende talen. De taal van de liefde verstaat iedereen.
Misschien denkt u: allemaal heel mooi. maar wat heeft dat nu
met de H. Geest te maken? Pinksteren is toch het feest van
de H. Geest maar ik zie er niets van.
Misschien kun je het zo zeggen: Het is met de H. Geest als
met de wind.
Neem eens een foto van de wind, dat gaat gewoon niet. Maar
je kunt wel een foto maken van wat de wind doet: een
draaiende windmolen, zwaaiende en zwiepende bomen, wilde
golven op zee, striemende regen.
Zo is het ook met de H. Geest: wat hij is, dat is praktisch niet
onder woorden te brengen, maar wat hij doet, dat is te zien
en te horen, niet alleen in de eerste lezing van dit
Pinksterfeest, maar ook in het gebeuren van vandaag, overal
waar Jezus’ boodschap wordt uitgedragen en beleefd.

Bange apostelen gaan de straat op, ze dragen uit waar hun
hart vol van is, en iedereen blijkt hen te verstaan.
Dat is de H. Geest aan het werk.
En overal waar mensen eropuit gaan om Jezus’ boodschap te
verkondigen en gestalte te geven, daar is ook nu de H. Geest
aan het werk: veraf, en dan denk ik aan onze vele
missionarissen, aan de bloeiende kerkgemeenschappen in
Azië, Afrika of Latijns-Amerika, maar ook dichtbij, in onze
eigen gemeenschap, hoezeer die ook in verval lijkt te zijn:
ook hier zijn mensen actief in de weer voor de kerk, voor de
medemens, en dat in de geest van Jezus.

Waar mensen elkaar verstaan, omdat zij de taal van Jezus
spreken, de taal van de dienende liefde, veraf of dichtbij,
daar is de H. Geest aan het werk.
Moge die Geest ook ieder van ons bezielen.

Lied Geest die vuur en liefde zijt GvL 442


Geest, die vuur en liefde zijt,
Geest die leeft van eeuwigheid,
voortkomt van de Zoon en Vader,
leid, o Heer, ons altijd nader
door uw liefde, door uw licht,
tot uw heilig aangezicht.

Geest van wijsheid, Geest van raad,
aller dingen zuivere maat,
Trooster, die met wondere krachten
bijstaat wie in leed versmachten;
wees ons op de levenszee:
vaste baak en veilige ree.

Geest, die waakzaam zijt en sterk,
hoed het schip van Christus kerk.
Stuur het tot aan ’t zalig ende,
tot der tijden loop zich wende,
van deez’ onbestendigheid,
in uw stralend eeuwigheid.

Onze Vader
Onze Vader,
die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd, uw rijk kome,
uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen.

Slotgebed
Geest van licht en vuur,
licht ons bij in ons duister
opdat wij zien
waar onze ogen aan voorbijgaan:
de wetten die niet bevrijden,
de machten die zich verstoppen,
de ego’s die zichzelf vergroten.

Geest van wind en storm,
beziel ons in onze slapheid
opdat wij doen wat wij niet kunnen:
de structuren ter discussie stellen,
de bestaande orde bevragen,
de vrede stichten,
de gerechtigheid bevorderen.

Geef ons inspiratie.
Geef ons kracht.
Geef ons licht.

Slotlied Blijf niet staan AA22


Refr. Blijf niet staan, durf je leven aan
durf je leven aan, kijk de toekomst in
Zeg geen nee, maar werk met ons mee
maar werk met ons mee naar een nieuw begin

Christus zendt ons nu naar het werk,
ga de wereld in
Leer iedereen mijn liefde,
leeft als kinderen van een gezin Refrein

Sla de weg naar de vrede in, mensen zijn in nood
Wil jij je christen noemen,
deel dan ook met anderen je brood Refrein

Vraag aan God, dat Hij ons toch geeft
veel wijsheid en raad
Vraag dat Hij door zijn liefde
in zijn kerk weer eenheid groeien laat Refrein

(Overwegingen zijn van de site van Theobaldus)